Ga ik wel of niet te zwemmen? Dat was de vraag die me afgelopen maandag aan het eind van de dag aardig bezig hield. Mijn hoofd had het druk met het bekende wel/nietes spelletje. Mijn ego begon te spreken terwijl mijn gevoel iets anders zei.
Maandag is altijd de dag dat ik in de avond ga zwemmen. Ik vind het heerlijk, mijn spieren hebben er baat bij en tijdens het zwemmen heb ik altijd de leukste inzichten. Maar toch twijfelde ik heel erg of ik wel zou gaan. Ik had nogal wat bewogen die dag, voelde dat in mijn benen en was die avond nog gastspreekster tijdens een event.
Qua tijd ging het allemaal net lukken.
Een bezige dag
De ochtend begon met een fietsroute. Tess ging voor het eerst naar de peuters. De peuterschool is een paar kilometer vandaan en zodra het qua weer lukt ga ik op fiets. Het was de eerste keer, dus ik mocht er een tijdje bij blijven. Jorn was bij mijn ouders.
Toen ik hem ophaalde heb ik mijn paard gereden.
‘S middags wilde Tess op haar fiets fietsen, richting mijn ouders die zo’n 3 kilometer bij me vandaan wonen. De heenweg ging super. De terugweg iets anders dan gepland. Zij ging met de auto richting huis en ik lopend.
Dus ik had die dag gefietst, gelopen, paardgereden en ik had nog een event.
Maar toch wilde ik zwemmen.
Mijn gedachten maakten overuren en hadden stemmetjes zoals: ‘wat als ik het niet volhoud’. ‘wat als ik morgen tijdens de werkdag niet optimaal ben’ en ‘was als ik me als gastspreekter niet goed kan tonen’.
Mijn mind wilde me klein houden
Mijn mind wilde me klein houden. Deze wilde me beschermen. Daar schoot ik niets mee op. Daar win ik niets mee. Het wilde me in mijn comfortzone houden. Daar waar het veilig voelt. Daar waar het warm is.
Uiteindelijk ben ik wel gegaan. Omdat ik weet wat het me oplevert. Daardoor ben ik een winnaar. Door mijn grenzen te verleggen en buiten mijn comfortzone te gaan. Door me dagelijks sterker te maken.